Omdat ons hotel dichtbij de grens lag met het land van de kaasfondue besloten we om 2 dagen te ‘grenshoppen’. Om wat bezienswaardigheden te bekijken maar ook toch wel om treinen te kijken. Het is je hobby, of het is het niet. De grens over leek even vroegtijdig te eindigen doordat in het eerste Zwitserse dorp de plaatselijke veldwachter ons tot stoppen dwong. Het woord ’toerist’ was genoeg om hem te overtuigen dat we door mochten rijden. We hebben een mooi rondje gemaakt via Sainte-Croix, Yverdon-les-Bains, Orbe en Grandson.

Alle foto’s zijn gemaakt met Lomography Color 100 op middenformaat met mijn Bronica ETRS. Lomography maakt zijn films niet zelf maar koopt ze in. Waar weet niemand, al lijken de meeste vingers naar Kodak te wijzen. Color 100 zou dan ProImage 100 moeten zijn. Die kan je uiteraard ook kopen, maar Kodak maakt die alleen voor 35 mm, niet voor 120. Overigens is er ook nog een Color 400 en 800 verkrijgbaar. Ik kocht mijne bij FotoFilmFabriek voor 27,90 per 3 (in de aanbieding) en voor dat geld is het een prima film. Zeker onder zonnige omstandigheden is het een mooie kleurrijke film met een hele lichte voorkeur voor roodtinten in mijn ogen. Vorig jaar heb ik er een aantal portretten op geschoten en dat beviel goed. Inmiddels heb ik Kodak Gold 200 voor op de ETRS ontdekt voor hetzelfde geld dus als mijn voorraad op is (ik heb er nog een paar in de koelkast) zal ik waarschijnlijk niet zo snel nieuwe kopen.

De eerste dag begonnen we in Sainte-Croix, een stadje hoog in de bergen. De TRAVYS rijd vanaf hier over smalspoor naar Yverdon-les-Bains, in het dal aan het meer van Neuchatel. Vanaf boven heb j een mooi uitzicht en is goed te zien hoe de kleine treintjes een heel eind moeten dalen. In het station van Yverdon kwamen we 2 KISS treinstellen van de nationale Zwiterse spoorwegen tegen, de SBB. Of CFF. Of FFS, allemaal afhankelijk in welke deel van het land je bent. Stadler is met recht hofleverancier voor de vele Zwiterse vervoerders, maar dat is ook niet zo gek gezien dat Stadler zelf ook Zwitsers is.

Hierna reden we naar Orbe, waar een klein spoorlijntje naar toe loopt. De typische Zwitserse motorwagens zijn een tijdje geleden vervangen door tweedehandsjes uit het Duitse Karlsruhe. In Orbe stond ook ngo een inmiddels roze rangeerlokje. Onderweg kwamen we ook nog goederenwagens tegen, die ook nog rijden over dit korte lijntje (nog geen 4 kilometer lang).

De volgende dag begonnen we in Neuchatel waar een hoop NPZ stellen stonden. Deze zullen de komende jaren allemaal vervangen worden door, hoe kan het ook anders, Stadler treinen. Bij toeval ontdekte ik dat we in de buurt van Les Brenets waren, een dorpje aan de Frans-Zwitserse grens. Hier loopt een korte spoorlijn naar toe, aftakkend uit Le Locle. 2025 zal waarschijnlijk het laatste jaar voor deze verbinding worden. De aftandse motorwagens moeten eigenlijk vervangen worden maar gezien de afwijkende installaties zal het spoor opgebroken worden en vervangen door een busbaan. Tot mijn verbazing stapten er een hoop mensen (voornamelijk scholieren) uit op het kleine stationnetje. Duitser noemen dit ‘Nebenbahnromantik’. Oftewel schattige boemeltreintjes, en ik geef ze geen ongelijk.

Tot slot belandden we in La-Chaux-de-Fonds. In deze horlogemakers stad loopt een lijn van de Chemin de fer de Jura. Deze loopt zelfs nog eens tukje over de openbare weg. Na het vinden van een parkeerplaats was het even wachten, maar na een tijdje (en met iets vertraging) dook dit rode treinstel op.

Hierna was het tijd om ons hotel in Pontarlier weer op te zoeken. Het was leuk om weer eens in Zwitserland te zijn!

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *